De spelregels
Een score van 4,8 uit 5
Hoe zorgen we ervoor dat iedereen een stekje krijgt?
1. STEKKEN
In de Stekkerdoos vind je alle tools om te leren hoe je de plant kan stekken. Maak één stekje, zodat de volgende geluksvogels er ook nog stekjes van kunnen maken.
2. DELEN
Deel je stekje op Instagram en tag @muurbloempjes en @steckutrecht, zodat we kunnen bijhouden waar de Stekkerdoos zich nu bevindt. Schrijf in het notitieboekje wat je hebt geleerd of een ervaring die je wilt delen.
3. DOORGEVEN
Met de Stekkerdoos leer je hoe je de plant verder kan groeien, tot er genoeg blaadjes zijn. Als de plant genoeg blaadjes heeft, dan is het jouw beurt om de Stekkerdoos door te geven!
De plantengids
Wil je meer leren over jouw plant? Klik op de plant hieronder om te leren hoe je deze het best kan stekken en verzorgen.
Veelgestelde vragen
Controleer of je plant water nodig heeft door je vinger 1-2 centimeter in de potgrond te steken. De grond moet tussen gietbeurten door iets opdrogen. Dat houdt in dat de bovenste laag iets mag opdrogen. Voelt de bovenste laag droog aan? Geef dan een beetje water.
Zorg ervoor dat overtollig water goed kan weglopen, want te natte grond kan wortelrot veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld door een plastic binnenpot in een sierpot te doen of om een sierpot met gat en daaronder een schotel te kiezen. Ook een laagje hydrokorrels kan helpen voorkomen dat te veel water niet kan weglopen. Als de grond na twee dagen al droog is, geef dan wat meer water. Blijft de grond na vijf dagen nog nat, geef dan minder. Hoeveel water een plant nodig heeft, hangt af van de grootte, de standplaats, en de soort. Hoeveel water je in een keer moet geven kom je na een tijd wel achter door deze methode van controleren te gebruiken.
In de winter hebben planten minder water nodig, omdat ze dan minder snel groeien en in slaapstand gaan. Geef dan liever iets te weinig dan te veel water om problemen te voorkomen.
Geef de plant altijd in kleine beetjes water op de aarde. Probeer hierbij te vermijden dat er water op de bladeren valt. Dit kan er namelijk voor zorgen dat de bladeren gaan rotten. Als dit overdag gebeurd, terwijl er zon op de bladeren valt, dan kunnen de druppels op het blad zelfs als een vergrootglas werken, waardoor die plekken zullen verbranden.
Daarnaast is het altijd beter om het water over de aarde te verspreiden, dus om het water op verschillende plakken te laten komen. Zo neemt een groot deel van de aarde het water op als een spons, in plaats van dat het teveel aan water op een plek al snel uit de pot loopt.
Elke plant heeft een andere lichtbehoefte. De meeste planten houden van een plek met veel indirect licht, maar sommige houden van een plek met halfschaduw, schaduw of van felle zon. Check dit altijd even voordat je de plant in huis neemt en ergens plaatst. Op het label bij de plant of op internet kun je genoeg informatie vinden over de perfecte plek voor jouw plantje, zodat het goed kan groeien.
Je kunt de plant het beste een keer in de week besproeien. Zo kun je namelijk het stof van de bladeren verwijderen, wat de plant ook helpt om het licht beter op te nemen via de bladeren. Daarnaast werkt het ook preventief tegen beestjes of om het aantal beestjes op jouw plant te verminderen als deze al is besmet. En het mooiste, ze shinen er ook weer van!